Speeldata

13/02/10: Theater Zuidpool, Antwerpen 20u00 (03/232 81 04)

14/02/10: Theater Zuidpool, Antwerpen 20u00 (03/232 81 04)

05/03/10: CC De Borre, Bierbeek 13u30 et 20u00 (016/46.14.00)

17/03/10: Het Kruithuis, Groningen (NL) 20u30 (0031-50/368.03.68)

Er zijn ook schoolvoorstellingen in Beernem, Sint-Truiden, Wetteren, Dilbeek, Geel, Genk, Willebroek, Herzele en Vilvoorde. Meer info daarover vindt u bij Villanella: 03/260 96 10

Credits

Tekst en regie: Jan Van Dyck

Muziek: Sam Wauters

Spel: Floris Schillebeeckx en Sam Wauters

Geluidsdecor en vorm: Wannes Deneer

Lichtontwerp: Mark Van Denesse

Dramaturgie: Peter Anthonissen

Techniek: Lennert Dierick, Olmo Claessens, Teun Cleymans

Muziektheater vanaf 11 jaar

Een productie van Les Rêveurs Sont Maltraités, Villanella en fABULEUS i.s.m Storm op komst en met steun van de Vlaamse overheid

Beeld: Jef Jacobs

maandag 23 februari 2009

De legende van Krabat


Hij is twaalf wanneer het gebeurt en sinds die nacht is niks meer wat het lijkt. Nu heet hij Krabat en woont hij in de zwarte molen, achter de bossen, voorbij het moeras. Die molen is verzonnen, dat weet hij, maar toch woont hij er. In de molen is de Meester de baas. De Meester is niet verzonnen. Hij is echt.
De legende van Krabat vindt haar oorsprong bij de Sorben, een Slavisch volk dat nog steeds in het oosten van Duitsland leeft. Krabat wordt ook wel eens de Sorbische Faust genoemd. De bekendste adaptiatie is die van Otfried Preussler in de jeugdroman Meester van de zwarte molen. Als kind komt Krabat samen met andere jongens onder de macht van een molenaar, die in werkelijkheid meester in de zwarte kunst is en zijn leerlingen door zijn magische kracht gevangen houdt. Achter de bossen, voorbij het moeras (‘Krabat’) is muziektheater dat zich op deze oude legende inspireert om een nieuw verhaal over vandaag te vertellen. Een verhaal over onzichtbaarheid en over broos zijn als glas.
Het hoofdpersonage in Achter de bossen, voorbij het moeras (‘Krabat’) is op een paar minuten tijd drie jaar ouder geworden, zegt hij. Hij was twaalf, nu is hij vijftien. De bossen hebben steeds een grote aantrekkingskracht op hem uitgeoefend. Door toedoen van de Meester is hij er plots midden in beland. Is er, eens daar, nog wel een terugkeer mogelijk? Misschien zal het lukken, want hij staat niet helemaal alleen. Er is zijn vriend Tonda (die naam heeft hij uit een boek) en er is ook het meisje Maja. Zij is zo schoon dat het pijn doet.